De Leuke Vader op het schoolplein

Twee voor half negen ren ik de school in, jongste zoon meesleurend aan z’n arm. We hadden weer eens een strijd wie mocht bepalen wat hij aan moest. Hij won.

Terwijl we naar binnen rennen, hij in z’n Angry Bird T-shirt dat eigenlijk een pyjamashirt is, kijk ik omlaag naar hem. Knal. De klapdeur van de ingang botst vol tegen mijn gezicht. Zoon keihard lachen, ik als een boer met kiespijn. Achter de klapdeur kijkt een fraai hoofd me vol afschuw aan: de Leuke Vader met drie dochters waarvan 1 in de klas van zoon. Dat dan net hij toeschouwer moet zijn van dit toch wat gênante event.

Slaapkreukels

Ik ken hem van 'hoi en hallo', en van de andere moeders die altijd quasi toevallig naast hem staan op klassenborrels. Nu staat hij in vol ornaat voor me terwijl ik de slaapkreukels uit mijn gezicht zojuist in de glazen klapdeur heb gedrukt. Hij probeert een lach te onderdrukken. "Gaat 'ie?", vraagt de Leuke Vader toch wat bezorgd . Als een schaap dat net weer op z’n vier poten is gezet, knik ik dapper m’n hoofd. Tuurlijk gaat 'ie. Ik ren door met kind aan de hand, plant hem in de klas en geef hem een dikke kus die hij direct weer afveegt met z’n mouw. Hij kijkt om zich heen of iemand gezien heeft dat dit gênante wezen hem zojuist heeft afgelebberd.

Vreselijk lekkere kerel

Op de parkeerplaats ontdek ik het rugzakje nog om mijn schouder. Ik loop weer terug en daar staat de Leuke Vader. Te kletsen met wat moeders. Die zonder haast naar school zijn gekomen en stralend aan de dag zijn begonnen. Hij stapt uit het groepje en vraagt me: "dat was best een knal zeg, gaat 'ie echt?" "Ja joh, niks aan het handje", stamel ik populair. Wat een vreselijk lekkere kerel is dat toch. En dan zeg ik opeens zo maar: "wat zie je er goed uit!"

Djiesus Christ, dat zei ik toch niet werkelijk. Zal Pieter leuk vinden als z’n vrouw als een gek op het plein staat te flirten. Heeft die klap m’n gezonde verstand aangetast ofzo? Ik ken die man nauwelijks. Hij glimlacht en zegt: "Thanks. Het staat jou ook best leuk, zo’n wilde hanenkam." Ik strijk met mijn handen over mijn hoofd en ja hoor, mijn pas geknipte Chantal Jansen kapsel staat volledig rechtovereind door de statische knal tegen de deur. Ik mompel ‘dank je’ en ren naar huis.

Morgen, morgen zet ik de wekker twee uur vroeger en zie ik er tiptop uit. Zonder hanenkam en zonder kind in pyjama. I swear.