Die man van mij die boft maar...

Met gebalde vuisten schreeuw ik dat ie een eikel is. Ik moet me inhouden om niet te gaan smijten. Gewoon met iets. De tranen springen in m’n ogen. Ik ben zo boos. Woest. 
Waarom weet ik niet eens precies meer. Het maakt ook niet uit: ik snap niet dat ik ooit deze man gekozen heb. Ik ren naar boven. Weg. Even afkoelen. Dat werkt.

Sorry zeggen

5 minuten later voel ik de woede wegebben uit m’n lijf. Zoon kijkt aarzelend om de hoek of het wel goed met me gaat. Ik knik en glimlach. Het gaat wel weer.
Nu vind ik het persoonlijk niet erg dat kinderen af en toe getuige zijn van een ruzie tussen ouders. Ruzie hoort erbij. Zolang ze ook zien dat ruzies overgaan en goed worden gemaakt, geloof ik niet dat ze daar minder van worden.

Ik wenk zoon. “Ik was echt woedend he?” Ik kijk hem aan: “dat heb jij toch ook weleens dat je even moet afkoelen”. Hij knikt begripvol. Maar zegt ie: “je moet nu wel sorry zeggen tegen papa, dat moet ik ook altijd”. Ik knik. Al ben ik daar nog niet aan toe. “Papa en ik praten dit wel uit samen, komt goed”.

Prima ruziemaker

Even later loop ik naar beneden. Man staat te koken. “Sorry dat ik zo schreeuwde”, zeg ik tegen z’n rug. Het fijne is, vind ik zelf, dat ik ontplof als ik boos ben, maar dat ik er ook zo weer overheen ben. Ik ben dus een prima persoon om ruzie mee te hebben.

Negeerstraf

Man ziet dat anders. Helaas. Hij haat ruzie en al helemaal mijn uitbarstingen. Hij vindt ze sneu. Al gelooft ie inmiddels wel dat ik niet alles meen, wat ik er dan uitkraam. Bij hem werkt boosheid heel anders. Als man boos is, zegt ie niets. Moet het zelf verwerken. En tot die tijd krijg ik negeerstraf. Vroeger kon zo’n ‘silence treatment’ wel een week aanhouden. En omdat ik niet houd van een koude sfeer, ging ik dan m’n best doen om het goed te maken. Daarmee had die hele negeerstraf nog effect ook. Dat doe ik dus niet meer. Nu vraag ik altijd hoe lang m’n straf dit keer duurt. En dan laat ik hem gewoon met rust. Dan is het meestal zo voorbij.

Alleen bij ouders, broer én man

Het is toch opvallend hoe verschillend mensen boos zijn. En hoe je daar, na al die jaren samen, nog steeds niet echt aan gewend bent. Al gaan we er wel beter mee om. Heel soms kunnen we zelfs om elkaar lachen. Het gekke is dat ik verder nooit driftig ben. Ik ben best een gematigd persoon. Eigenlijk kan ik alleen op mijn man en op m’n ouders en broer zo woest worden. Nu kunnen dit theoretisch de meest irritante mensen zijn die ik ken. Maar meer waarschijnlijk ben ik juist bij hen volledig mezelf.

Lekker jezelf zijn

Nu ik er zo over nadenk: dat is toch heel goed, jezelf zijn. Authentiek, echt en puur enzo.. Het klopt ook. Alleen bij hen loop ik zonder gene, met uitgelopen mascara, skisokken onder een afgetrapte korte jogginbroek naar de wc . En laat ik de deur open staan. Het is duidelijk. Man mag z’n handjes dichtknijpen met mij.