Drinken, roken en slikken
De dochter (12) van Esmee heeft na een spreekbeurt in de klas wat vragen aan haar moeder. Over haar drankgebruik en pillen enzo. The usual stuff. Esmee raakt in paniek: hier is ze nog niet klaar voor.
Drinken, roken en slikken
“Mam, als jij vroeger uitging, dronk je dan wijn of gebruikte je andere drugs?”
Ze zit knus tegen me aan op de bank. Bijna twaalf is ze. Ik verslik me in de muntthee. Mijn hoofd draait volle toeren. Het is nu héél belangrijk om het goede antwoord te geven, dat realiseer ik me heel goed. “Nee joh, vroeger vond ik wijn best wel vies hoor," stel ik mijn antwoord uit. “We dronken wel eens mix-drankjes, maar dat was pas toen ik wat ouder was. En drugs hadden we toen niet."
Ik vind het zelf ook een laf antwoord. Dochter hoort mijn aarzeling en slaat toe. “Ja, ja, mam, dat geloof ik dus niet hè! Er waren toen toch óók sigaretten. En met een spreekbeurt pasgeleden hoorde ik dat drugs gebruiken juist in de tijd dat oma jong was, heel normaal was! En trouwens, de moeder van A. vertelde dat het vroeger ook best normaal was om te roken en om te blowen met wiet”.
En dat is ook geen cola!
Een flashback van mezelf als zestienjarige, rokend en blowend in een stoel terwijl de hele wereld keihard achteruit ging, overvalt me. Ik rookte toen al regelmatig, dus de stap naar blowen was zo gezet. Overigens wel eenmalig want ik werd zo ziek als een hond. Een andere jeugdherinnering: met een vriendin aan de bessen-jus, haar ouders komen onverwachts thuis en vriendinnetje kotst alle mixjes (roze gekleurd) glorieus over de voeten van haar vader, die op z’n Twents kort en bondig reageert: “En dat is ook geen coooolaaa”.
Terug naar nu. Ik ben een moeder, dit is mijn kind. En ze heeft moeilijke vragen.
“Nou, dat was misschien in Amsterdam zo, waar die moeder van A is opgegroeid, bij ons in Twente was dat vroeger niet normaal met drugs enzo hoor.” Ik denk dat mijn neus een meter lang wordt want dochter kijkt me wantrouwig aan.
"Mam," zegt ze streng. “Roken was vroeger overál gewóón. Oma vertelde dat ze vroeger gewoon sigaretten in glaasjes op tafel hadden staan voor alle gasten thuis, toen wisten ze nog niet hoe slecht dat was. Jij hebt toch ook gerookt?”
Mam, ken jij een goede dealer?
Uh. Ja. Gisteren nog, op dat feestje in de tuin, denk ik. Maar dat zeg ik natuurlijk niet, ik zeg: “Roken is wat anders dan blowen he? En vroeger mocht je ook alcohol drinken, nu moet je daar 18 voor zijn en dat is niet voor niks."
"En pillen, waren die er toen ook al?" vraagt ze door. Ik denk niet dat ze paracetamol bedoelt.
Moeder Maria. Gisteren was dit kind nog bezig met slijm maken en nu vraagt ze of ik een goede dealer ken zodat zij kan experimenteren met pillen. Dit gesprek komt te vroeg voor mij. Ik heb me er nog helemaal niet in verdiept hoe ik hier mee om moet gaan. En wat voor pillen zijn er überhaupt? Is dat nog steeds xtc waar zij het over heeft, of zijn er inmiddels ook andere pillen waar ik iets van moet vinden en waar ik haar hoe dan ook voor moet behoeden? Kan ik haar nu in een doosje stoppen en na de puberteit er weer uithalen, zodat ze de komende zes jaar zonder kleerscheuren doorkomt?
Doe mij een bessen!
Ik moet heel snel schakelen naar de volgende fase; ik moet alles weten over hedendaagse drugs voordat ik dit gesprek aan kan. Ik begin voorzichtig uit te leggen wat alcohol met het kinderbrein kan doen en hoe slecht roken voor je longen is. Ze hoort het heel even aan. En zegt dan “Mam, ik ga echt nog niet roken of wijn drinken hoor, ik ben nog niet eens twaalf”. Daarmee is de kous af voor haar. Ze duikt weer in een of andere vlog. Mij met nieuwe zorgen achterlatend.
Opeens snak ik naar een sigaret en een bessen-jus.