"Ik heb het gewoon een beetje heet" en andere overgangsontkenningsverschijnselen

‘Misschien ben je wel in de overgang?’ Vriendin glimlacht erbij, terwijl ze een doekje uit de keuken pakt om de door mij omgestoten koffie op te ruimen. 'HAHAHA’ lach ik nep. De overgang? Ik?

‘Kan best hoor, ik hoorde dat je daar al wel last van kan hebben tien jaar voordat het echt zover is en dat vrouwen vaak denken dat ze overwerkt zijn of overspannen, maar dat dat dus eigenlijk vooral hormonaal is!’ Ik knik en denk: ja ja, dat zal wel, maar dat heb ik heus niet. Toch?

Het laat me niet los die dag. Zou ik het daarom steeds zo warm hebben? Ik ga googelen en stuit gelijk op een lijstje kwalen.

-          Natuurlijk veranderend menstruatiepatroon.

Ja, al een tijdje had ik dat. Al wel een paar jaar eigenlijk. Maar dat had ik vroeger ook soms.

-          Gebroken nachten want slecht slapen en veel wakker.

Ja, mán wat slaap ik slecht de laatste maanden. Zes keer per nacht wakker en dan gelijk zo alert dat mijn hoofd ‘aan’ gaat. Ik wijt het aan drukte op mijn werk en gedoe met geld en liefde. Maar er staat nóg een typische overgangs-kwaal:

-          Piekeren.

Uh ja, vooral 's nachts dus. Deed ik dat niet altijd al?

Die nacht pieker ik over mijn piekeren. Ik sluit de nacht af met de conclusie dat piekeren in mijn natuur zit. En dus niet in mijn hormonen.

Pré-Meno-Gedoe

Ik bespreek het met de vriendinnen. Ja, ook zij herkennen dat wel; onregelmatige menstruatie, sjacherijnige buien, moemoemoe en toch slecht slapen. Maar hé, ons leven valt natuurlijk ook echt niet mee met die pubers, die (ontbrekende) mannen, dat veeleisende werk en al die Netflix-series die we steeds tot laat moeten kijken. Ik ben wel een beetje gerustgesteld.

Omdat ik toch een nieuw spiraaltje moet, zit ik een maand later bij de gynaecoloog. Deze nieuwe is een vlotte net iets te leuk uitziende veertiger met dik haar en een prachtige kaaklijn. Of er nog specifieke klachten zijn, vraagt hij voordat ik de stoel in mag. Ik vertel hem aarzelend dat ik denk dat ik misschien wel in de overgang ben, al zou dat best vroeg zijn natuurlijk, ik ben nog jong. Hij bladert wat in mijn dossier.

‘Bijna 45.’ zeg ik zelf maar vast. Voordat hij iets lelijks zegt of verrast gaat rekenen.

‘Kan natuurlijk wel, je hebt wel de leeftijd voor pre-meno-pauzale klachten,’ stelt hij vast. Als het niet zo stom was, was dit een woord om te onthouden, denk ik onmiddellijk.

‘Herken je iets van deze klachten?’ Hij legt een geplastificeerd lijstje voor me neer. OMG. In een oogopslag lees ik:

Overmatige lichaamsbeharing, gezichtsbeharing, vaginale droogheid, geen zin in seks, depressieve gevoelens, Opvliegers.

‘Ik herken er echt helemaal niets van’ zeg ik net te snel, terwijl ik mijn lichaam warm voel worden en mijn hoofd langzaam maar intens rood wordt. De dokter glimlacht lief en zegt ‘Het is hier ook gewoon heel warm’.