"Kijk, zo doen wij dat hier in Nederland"
In de bus zit een vrouw met een paarse wollen jas en een gebreide shawl in alle kleuren van de regenboog. Naast haar een donkere man, dik ingepakt tegen de kou. Zijn bruine muts zo ver over zijn oren dat je zijn ogen nauwelijks ziet.
‘Waar slaap je nu?’ vraagt de vrouw.
‘Bij vriend,’ zegt de man terug.
‘Als jouw vriend er niet is, kom je bij mij,’ verordent de vrouw. Ze praat hard in zijn oor. Ik vraag me af of ze dat doet vanwege de muts of omdat hij slecht Nederlands verstaat. Sommige mensen denken dat het verhogen van het volume het begrip van een taal ten goede komt.
‘Moet je wel aanbellen,’ gaat ze verder, ‘anders denken de mensen: "wat doet dat ongure type in de tuin van Els?" En dat moeten we niet hebben he!’
De man knikt.
Een kerk is voor KATHOLIEKE mensen
‘Kijk dat is een kerk. Daar gaan wij hier in Nederland naar toe.’
Een meisje van rond de twintig, voorin de bus, kijkt verbaasd op. Dit is ook nieuw voor haar.
‘Een kerk is voor KATHOLIEKE mensen. Dus niet voor moslim mensen. Die gaan naar een MOSKEE. Jij bent moslim toch?’
De man knikt ijverig. Ik heb het idee dat hij alleen 'moslim' verstaat.
‘En dat is het gemeentehuis. Daar kun je dingen REGELEN.’ Woorden die extra belangrijk zijn om te onthouden, zegt de vrouw wat nadrukkelijker.
Dan is het even stil. Er zijn nu ook geen dingen die de vrouw echt goed kan aanwijzen want we rijden met de bus door een woonwijk.
'5% van de kinderen in Nederland is allergisch voor vaccinaties'
‘Een tijd geleden was er een discussie over vaccineren.’ Begint Els dan opeens vanuit het niets. Ik ben heel benieuwd hoe ze die discussie gaat uitleggen aan iemand die tot nu toe alleen “slapen” en “moslim” leek te verstaan.
‘Kijk,’ gaat ze verder, ’sommige mensen willen niet dat hun kinderen gevaccineerd worden. Want die zijn allergisch voor de vaccinatie. Niet allemaal hoor, ongeveer 5 % is allergisch. Voor een giftig stofje in de vaccinatie. Die worden autistisch.’
‘Autiez?’ herhaalt de man vragend, ‘ik niet auto’s.’
‘Nee, nee, nee,’ zegt de vrouw hoofdschuddend, ‘ik zei niets over auto's. Ik zei: AUTISTISCH!’ Ze schreeuwt het bijna door de bus. Een oudere man zit hoofdschuddend mee te luisteren. Misschien is hij ook wat sceptisch over het 'autistisch-door-vaccinatie-verhaal' dat Els de man met de muts doceert.
Geen nieuwe kinderen maken.
‘Heb je zelf eigenlijk ook kinderen?’
‘Ik een kind, niet hier, in mij land, bij moeder.’ Stottert de man.
‘Nou, een kind is in jouw situatie is ook helemaal niet handig, dus wees maar blij dat die niet hier is,’ beslist de vrouw, ‘en nu is het zaak dat je hier geen nieuwe kinderen maakt he! Jij moet focussen op je toekomst. En straks ga ik jou helpen met werk zoeken.’
De man staart uit het raam van de bus. Ik hoop maar dat hij niet alles verstaat.
Wie goed doet, goed ontmoet.
‘Heb je eigenlijk hobby’s?’ vraagt ze dan na een tijdje.
De man kijkt haar niet begrijpend aan.
‘Ik wel’, gaat ze verder, ‘ik schenk koffie in het theater. Als vrijwilliger. Heel bevredigend. Ik ontmoet sympathieke en bevlogen mensen en heb een leuke avond op de koop toe. Echt alles in een. En dan doe ik natuurlijk dit.’ Ze knikt naar hem als zijnde “dit”.
‘Ik help mensen zoals jij, die niets hebben. Die geef ik een setje in de goede richting. OOK als vrijwilliger.’ Ze zegt het ook een beetje tegen de rest van de bus.
‘Ik doe het allemaal graag. Wie goed doet, goed ontmoet, zeg ik altijd maar. Ja toch? Dit is trouwens het zwembad. ZWEMBAD.’
De man kijkt geïnteresseerd naar het troosteloze gebouw waar we langs rijden.
‘En dan zijn we al weer bijna aangekomen bij jouw eindpunt.’
De man ziet het ook. Hij staat op. Els staat ook op en pakt een chipknip. Als de deuren opengaan, gaat alleen de man eruit en checkt zij uit en geeft hem de kaart.
‘Niet vergeten wat ik gezegd heb he! Volgende week dinsdag kom ik je weer ophalen. Zelfde tijd.’
‘Dankuwel,’ zegt de man en zwaait. Dan sloft hij weg.
De vrouw neemt plaats en kijkt tevreden voor zich uit. Aan haar zal het niet liggen.