Pubers en nudistenstranden ...

We lijken wel zo’n vredig Jane Austen gezin, op deze woensdagmiddag. Zoon (10) zit een boekje te lezen, dochter (7) is aan het schilderen en knutselen en ik lees de krant. Oke, in de Jane Austen films speelt er dan ook nog iemand piano en checkt de moeder niet steeds haar Facebook maar het komt in de buurt. Dan wordt de serene sfeer plots ruw verstoord door een openzwaaiende deur.

‘Waar is mijn mascara?’ oudste (12) is binnengekomen en haar blik voorspelt niet veel goeds. ‘Ik heb geen idee’ zegt zoon. Ik grinnik omdat hij zich als enige aangesproken voelt. ‘En jullie twee?’ sneert ze naar jongste en mij, ‘is een van jullie twee op mijn kamer geweest? Zo irritant: ben steeds alles kwijt omdat iedereen aan mijn spullen zit.’ Iedereen weet dat dit niet de reden is waarom ze altijd alles kwijt is maar het lijkt ons beter even onze mond te houden. ‘Nou??’ zegt ze tegen mij. ‘Ik heb echt geen idee’, zeg ik, ‘maar normaal gesproken ruim je je mascara altijd op tussen de fietssleutels, op de rand van het bad, in je vensterbank, beneden op de schouw, in je bed, onder je bed, op de grond van je kamer, op de grond in mijn kamer of op de overloop. Heb je daar al gekeken?’ Een vernietigende blik.

Dan lijkt de mascara opeens geen halszaak meer en sloft ze naar de keuken. ‘Fiuuh’ denk ik, ‘dat scheelde niks. Ik begin eindelijk wat handiger te worden in het afslaan van puber woede aanvallen.’

Een fijn moeder-dochter momentje

Dochter ploft even later met een tosti naast me op de bank. Gezellig, denk ik. Die wil even kletsen. Met al die woedeaanvallen, ga je dit soort momentjes steeds meer waarderen.

‘Ben jij wel eens op een nudistenstrand geweest?’ informeert ze vanuit het niets. Zonder het antwoord af te wachten, gaat ze verder: ‘Jij lijkt me nou echt zo’n nudist, weetje, iemand voor zo’n nudistenstrand. Dat je je dan lekker zo vrij voelt in je blootje, terwijl iedereen zo super awkward is en jij zo rond loopt van “he hallo jongens hier is Caro en ze is lekker bloot.” En dat je dan ook niet door zou hebben dat het voor iedereen knetterend gênant was om daar te zijn.

‘Ik weet niet of het er echt toe doet maar ik ben op zich nog nooit op nudistenvakantie geweest,’ probeer ik.

‘Nee maar je zou het kunnen doen. Gewoon omdat je er zin in had. Zonder met ons te overleggen. Omdat je dan lekker eens wat anders wilde (doet een irritant stemmetje na, mijn stem vermoed ik). En wat wij er van vinden doet er niet toe. Lekker ego!’

‘Ego??’

‘Ja egoïstisch.’

‘Doe eens ff rustig jij, met je ego-beschuldigingen, hoe kom je hier nou opeens bij? Niemand heeft het hier over blote konten vakanties!’

‘Ja het zal wel, word maar weer kwaad op mij, ik heb het zogenaamd altijd gedaan, maar als je maar weet dat als je zo’n nudistenvakantie gaat boeken voor deze zomer, dat ik daar dan niet bij ben. Ik ga er gewoon niet naar toe. Wat jij ook zegt.’

....