Sommige moeders zijn extreem hardleers
‘Nee nee nee zo moet dat niet!’ Ik zit naast zoon (10) achter de laptop en we zijn bezig met zijn werkstuk over het oude Egypte. Zoon heeft mijn automatische inhoudsopgave vernacheld door er handmatig een hoofdstuk tussen de typen. ‘Ga maar even opzij, ik doe het even opnieuw’. ‘Prima’ zegt zoon en pakt z’n mobiel om te kijken of Enzo Knol nog iets heeft meegemaakt.
Met zoon kan ik altijd heel goed samenwerken. Het is een man dus hij weet dat hij een vrouw af en toe even moet laten gaan en dat het dan allemaal goed komt. Dat wij veel dingen gewoon net wat beter en mooier kunnen. En zorgvuldiger. Zo kreeg ik twee jaar geleden een mail van school dat zoon uit viel op breien. Of wij hem thuis wat konden helpen. Hij kwam thuis met drie gebreide pennen van iets wat een muts moest worden. In de kleur kanariegeel. Ik heb echt twee minuten geprobeerd om het voor te doen. Tot hij de magische woorden sprak: ‘mam wil jij het anders niet doen?’ ‘Echt??’ zei ik verwachtingsvol. En ik haalde zijn complete werkje uit, informeerde nog of ik vrij was in de kleurkeuze en ging helemaal los op een muts met grijs en blauwtinten, verschillende structuren en figuurtjes. Stralend liet ik het eindresultaat zien. ‘Mam, ik vrees wel dat het duidelijk is dat ik dit niet zelf heb gedaan he!’ Triomfantelijk liet ik hem zien dat ik opzettelijk wat steken had laten vallen. ‘Oke prima’ zei hij ongeïnteresseerd. Hij heeft de muts nooit opgehad.
De Paasdoos
Vorige week kwam zoon uit school met het bekende Paas-doos briefje: ‘Mam ik heb Meike getrokken met de Paasdoos. Wil jij de dingen voor haar paasontbijt halen?’ ‘Is goed’, zei ik, ‘en wanneer zullen we de doos doen?’ informeerde ik. Zoon keek me aan: ‘Die maak ik dit jaar zelf.’
En zo begon hij dit weekend aan het schilderen van de Paasdoos voor Meike. Eerst haalde hij wat spulletjes bij de Action: verf, versiersels, glitters, letters en smiley stickers. Op tafel de naakte doos, klaar voor een prachtige aankleding. En toen gebeurde het. Zoon begon daar zo, volstrekt willekeurig, zonder voorafgaand plan, versiersels op te plakken. Ik dacht dat ik gek werd. ‘Eerst schilder je de doos, dan bedenk je hoe je het wilt doen, en dan ga je aan de slag’ dicteerde ik. ‘Nee ik doe het zo’ sprak hij gedecideerd en ging stoïcijns verder met lijm op de doos kwakken en daar glitters overheen gooien.
Zijn doos, zijn project. Nouja.....bij wijze van dan.
Terwijl ik tegen mezelf zei dat het zijn doos en zijn project was, begon mijn hand een eigen leven te leiden en met een kwast het slordige geklieder te corrigeren. ‘Mam blijf er nou af!’ zei zoon geïrriteerd. ‘Ik schilder het alleen een ietsie pietsie beetje bij’ zei ik quasi onschuldig ondertussen hem steeds verder opzij duwend. ‘Mam jezus, wie z’n doos is het nou eigenlijk?? De mijne of de jouwe??’ Zoon was nu echt pissig aan het worden. ‘Als jij een stomme paasdoos wilt’ mompelde ik, ‘dan moet je het lekker zelf maar weten, ‘maar je mist een visie, hoor je me? Een visie op paasdozen. Je doet maar wat, en dan wordt het sowieso niks. Een niks-aan-doos.’ Verongelijkt droop ik af.
En daar ging-ie vanochtend. Naar school. Apetrots. Met zijn niet-dekkend geel geschilderde doos vol glitters en smileystickers. Ik keek naar de perfecte paasdozen van sommige klasgenootjes. Ze werden achteloos neergekwakt. Alleen de kinderen van de niks-aan dozen legden hun dozen zorgvuldig neer. En ik dacht aan de keer dat zoon als peutertje voor het eerst een puzzel alleen kon maken. Dat blije gezicht en de magische woorden ‘Mama kijk! Zelfedaan!’
Hardleers. Ik kan er geen ander woord voor bedenken, ik ben extreem hardleers.