Wat doen die mensen in ons zwembad?
‘Waarom mag ik geen strandbedje en jullie wel? Ik ga niet met die handdoek in het zand liggen hoor, ik ben geen zwerver!’ Naast mij op het strand van Cala Vadella discussieert een tiener met haar vader over het aantal te huren strandbedjes. Ik herken het probleem. Mijn dochter stelt sinds haar tiende ook alles ter discussie en verbaast zich iedere keer weer over de vele onterechte privileges van volwassenen. Ik zie dat de vader naast me zwicht en vijf bedjes met parasol afrekent tegen hoogseizoen tarief. Hij had er lachend met vier personen Chinees van kunnen eten. Een uur later zitten hij en zijn vrouw een boekje te lezen te midden van drie lege strandbedjes. Precies zoals hij al in de discussie voorspelde.
Ik kan me eerlijk gezegd niet herinneren dat ik ooit een strandbedje discussie met mijn ouders voerde. Wel over wie er aan de beurt was om af te wassen en wie de vuilniszak naar de container aan het begin van de camping moest brengen. Het vakantiebudget werd besteed aan twee keer een gelato al cioccolato, een keer naar de pizzeria en het hoognodige van de supermercato. Verder nam je als goeie Hollander gewoon alles zelf mee vanuit Nederland. En als je daar als kind commentaar op had zei je moeder ‘Op deze manier kunnen we drie weken in plaats van twee weken op vakantie,’ en daarmee was de kous af.
Een "gezellige" familie brainstorm over de vakantie
Ook bij het bepalen van de bestemming had je niet zo veel inspraak als kinderen nu. Je ging één keer per jaar op vakantie en dat regelden je ouders gewoon. Echt niet dat ze daar in de kerstvakantie even een gezellig een familie brainstorm, over gingen opzetten. Iets wat ik zelf dit jaar helaas wel deed. Uiteraard liep dat volledig uit de hand. Ieder kind wilde per se naar een bestemming waar de andere kinderen per se niet naar toe wilden. Wat ze daarin gemeen hadden was dat ze geen van allen ooit op die zogenaamd fantastische bestemming waren geweest noch in het bewuste land. Omdat niemand water bij de wijn wilde doen, stelde ik uiteindelijk voor dat ieder kind zijn favoriete bestemming (uit onze voorselectie) moest “verkopen” aan de rest. Dus je moest eerst even goed bedenken wat voor je broer of zus nou argumenten zouden zijn om jouw favoriete bestemming leuk te vinden en te kiezen. ‘Jeetje wat pedagogisch verantwoord!’ hoor ik u denken. Absoluut, vond ik zelf ook. Tot oudste dochter na twintig minuten voorbereiding, begon met: ‘Dit is Kreta en mijn favoriete bestemming. Hier gaan we dus sowieso naar toe. De reden waarom jij het ook leuk zult vinden (knik naar broertje) is omdat het lekker afgelegen ligt en dus perfect is voor contactgestoorde idioten. En je hebt er ook van die vieze ezels om mee te wandelen. Dus dat vind jij dan prachtig (knik naar jongste dochter). En voor jou mama zijn er terrasjes en saaie kerken. Kijk maar naar dit plaatje, een kerk.’ Het werd uiteindelijk Rhodos maar dit ‘pitch je favoriete vakantie-systeem’ moet nog wel even grondig geëvalueerd worden.
"Bali was alleen om te winkelen"
Wie zich afvraagt hoe het kan dat de kinderen van nu zoveel praatjes en eisen hebben, hoeft echt niet ver te zoeken. Veel kinderen zitten voor hun eerste verjaardag al in een vliegtuig. In de jaren tachtig gingen er maximaal drie vingers de lucht in als de meester van groep acht vroeg wie er al weleens in een vliegtuig had gezeten. Nu zouden op de crèche waarschijnlijk alle handjes de lucht al in gaan. Vrienden van ons hebben een huis op Bonaire wat nog een beetje betaalbaar ingericht moest worden want al het budget was in de bouw gaan zitten. Hun kleutertje mocht op de eerste dag van het nieuwe schooljaar een vakantietekening maken waarop ze zichzelf op Bali en op Bonaire had getekend. ‘Zo zo’ zei de juf, ‘dus jij bent maar liefst twee keer op vakantie geweest met papa en mama?’ Waarop de kleuter antwoordde: ‘nee, Bali was alleen maar om te winkelen’.
Mirte moet dit jaar vreselijk afzien, ze gaat naar Winterberg.
Dus zo gek is het niet dat onze kinderen zoveel praatjes hebben, we hebben ze gewoon vreselijk verwend. Maar hoe kan het dat wij ons zoveel meer kunnen veroorloven dan onze ouders? Heel simpel: doordat vrouwen ook werken, bestaan de meeste huishoudens anno nu uit tweeverdieners. Dus is er meer geld. Daarbij zijn vliegtickets door de vele budgetmaatschappijen een stuk goedkoper geworden. Wat overigens niet betekent dat je geen schrijnende verhalen meer hoort. Zo kwam oudste dochter (13) voor de krokusvakantie thuis met het verhaal dat bijna iedereen uit haar klas ging skiën in Zwitserland of Oostenrijk. Behalve Mirte. Die moest vreselijk afzien dit jaar. Haar ouders waren aan het sparen voor een rondreis door India en daarom gingen ze dit jaar skiën in Winterberg. ‘Mirte heeft al gezegd dat ze waarschijnlijk niets kan posten op Instagram,’ zei mijn dochter alsof Mirte naar de favelas van Brazilië onderweg was.
Back to basic en stinken als een otter
De enige oplossing om geen vreselijke verwende monsters te creëren en toch gewoon op vakantie te kunnen, is luxe vakanties afwisselen met basic vakanties. Of eens een vakantie thuisblijven en doorbrengen in eigen land. Ik bedoel, er valt van alles te beleven in Nederland. De helft van de kinderen kent Ibiza-stad beter dan Amsterdam. Dat is best apart.
Dat afwisselen van luxe en basic vakanties, gaat dan bijvoorbeeld zo: het ene jaar ga je met ze op safari naar Tanzania, het andere jaar ga je wildkamperen in Servië. En dan het liefst met eenvoudig materieel. Dus geen Glampingtaferelen of De Waard tenten van duizenden euro’s maar gewoon dat eenvoudige maar degelijke tentje van de Lidl dat in de aanbieding was. En dan ga je zelf een douche bouwen van takken en een emmer water en een stukje verder “het gat” alias de wc. Lekker dicht bij de natuur, helemaal in de basis. Heerlijk. Na drie weken kom je stinkend als een otter maar heerlijk opgeladen thuis en moet je eens opletten hoe dankbaar die kinderen vervolgens zullen zijn voor wat stromend water. Laat staan voor een weekje naar de zon.