Soms heb je van die dagen…En vandaag was er zo een: ik reed, pal voor een basisschool, over een enorme eend heen. De basisschool van m’n eigen kinderen om precies te zijn.
'Paren is voor een vrouwtjes eend niet echt relaxed...'
Het was niet echt moord, meer doodslag door onachtzaamheid. Kijk, ik was al wat laat door files vanuit m’n werk. Op het plein bleken er wat speelafspraken te zijn geregeld waardoor ik niet met drie maar met vijf kinderen vertrok. Daar ging het mis. Terwijl ik langzaam wegreed (heus!) maar even niet oplette omdat ik druk bezig was met een gordel die niet dicht wilde, reed ik over een soort drempel. Nou zijn daar geen drempels op die weg dus verstijfd van angst keek ik in m’n achteruitkijkspiegel. Achter m’n auto lag duidelijk zichtbaar, een onthoofde eend. ‘Wat is er?’ vroeg jongste die mijn geschrokken hoofd zag. ‘Niets hoor, we gaan alleen even parkeren hier en jullie blijven in de auto.’ Te laat, oudste had het lijk al gezien, ‘Jo! Mama heeft een gans vermoord!’ ‘Dat is niet leuk!’ sneerde ik ‘en het is een eend!’ ‘Een moeder eend?’ vroeg jongste met bibberend stemmetje. ‘Nee hopelijk een vader eend’, zei oudste, ‘da’s voor moeder eend wel zo relaxed want een vader eend doet bij het paren…’ ‘Ja! Zo kan ie wel weer!’ viel ik oudste in de rede, ‘ik ga nu naar die eend en jij let op de rest en geen verhalen over parende eenden graag.’
De 'hulpeloze vrouwen act'
Wat nu? Je kan zo’n enorme eend echt niet laten liggen. Ik pakte een takje en poerde ermee in de dode eend. Morsdood, dat was duidelijk. Daar kan je dus geen dierenambulance voor bellen. Ik belde de dapperste moeder van het schoolplein die binnen 5 minuten op plaats delict was. Kijk, thats where friends are for. ‘Wilde je serieus met dat twijgje die enorme eend wegwerken ontzettende amateur?’ begon ze, maar dichter bij de eend gekomen verging ook haar het lachen. ‘Hij is wel best groot.. Weet je’, opperde ze, ‘we doen "de hulpeloze vrouwen act" bij een langs rijdende auto!’ Helaas troffen we een man met dode-dieren-vrees. Een kratje uit z’n auto konden we krijgen, hij raakte de eend niet aan. De dappere moeder schoof met een dikke stok het lijk in het kratje en ik de ingewanden met m’n twijgje onder het bladerdek in de berm. So far so good. Maar waar gingen we dat kratje neerzetten? Ik wiep een blik op m’n auto in de verte en zag dat ze nog net niet op het dak stonden, daar moest ook snel ingegrepen worden. Maar eerst moest het lijk weggewerkt worden. ‘Een kliko!’ zei de dappere moeder, ‘we gooien ‘m in de schoolkliko’.
Meester Floris en juf Sanne delen een passie...
We zagen er een beetje tegenop om naar binnen te gaan want het is zo’n verantwoorde school met respect voor de natuur enzo. Die zouden zo’n doormidden gereden eend niet licht opvatten. ‘Hebben jullie een kliko?’ vroeg ik meester Floris, de eerste die we tegenkwamen. ‘Er is een eend doormidden gereden op de weg…’ Juf Sanne van groep 3 kwam er ook bij staan, met een gezicht vol afschuw over dit vreselijke nieuws. ‘Is ie nog warm?’ vroeg meester Floris. Dat leek me een eufemistisch bedoelde vraag over of ie nog een teken van leven vertoonde. ‘Nee morsdood’ zei ik. ‘Maar net gebeurd?’ de ogen van meester Floris twinkelden en ineens werd me duidelijk dat ie wat anders bedoelde. Ook juf Sanne begreep de vraag en van haar mededogen was niet veel meer over. ‘Ja je zou….als je ‘m snel plukt…en vanavond direct…tja t'is wel een delicatesse’ Ik herinnerde me dat juf Sanne tijdens de eerste ouderavond dit jaar in haar elevatorpitch zei dat ze dol was op koken.
Meester Floris en juf Sanne ‘ruimden de eend samen op’ en wij liepen wat ontgoocheld terug richting auto. ‘Zo nou, die zag ik niet helemaal aankomen…’ begon de dappere moeder. ‘Nee een zeer verrassende afloop’, mompelde ik. ‘Misschien is het beter voor het imago van meester Floris en juf Sanne dat we dit verhaal onder de pet houden...’ opperde de dappere moeder.
‘Nou jongens, meester Floris gaat de eend begraven en juf Sanne…eh…die doet er een mooi gedichtje bij!’ ‘Mijn juf?’ vroeg jongste trots. ‘Ja’ zei ik, ‘jouw juf’. ‘Gaat de eend nu naar de eendenhemel?’ ‘Wat denk jij?’ 'Ik denk van wel’
De rest was al weer bezig met andere dingen en wilde weten of we nou eindelijk eens konden gaan. Terwijl we wegreden, wees jongste nog even op een bord langs de weg. ‘Die had je zeker niet gezien he mama?’