We gaan naar huis
De wekker gaat: zes uur. Poeh. Deze hele vakantie sliepen we tot minimaal 10.00 uur uit, zelfs jongste. Ik schiet onder de douche. Daarna haal ik het eten voor onderweg uit de koelkast. Man pakt de auto vast in. We gaan naar huis.
Waar moet ik zitten?
Na de laatste check: ligt er niets meer onder de bedden of in de badkamer, loop ik naar de auto. De kinderen zitten al prinsheerlijk achterin, man zit klaar achter het stuur. Ehhh... ik kijk naar mijn plek. Althans, de kant van de auto waar ik zou moeten zitten. “Hoe klim ik hierin?” vraag ik.
De bijrijders stoel is weliswaar vrij maar er is geen beenruimte meer over. De autovloer staat vol tassen met eten, drinken, iPads, Nintendo's, opladers, babydoekjes en vuilnis. En dan moet m’n eigen tas er nog bij. Enfin, met mijn blote voeten op de nu nog lege vuilniszak moet het lukken. Let's go.
Mam, maam, mahaaam
“Mam, mag ik de iPad met de paarse hoes?” de auto is amper gestart of zoon begint al.
“Nee, die wil ik, want ik wil Hotel Transsylvanië kijken en die staat alleen op de paarse iPad.”Jongste dochter laat het niet zomaar gebeuren.
“Jongens mag ik misschien eerst even mijn gordel om doen,” zucht ik. “En dan kijken we nog even achterom, zeggen ‘Dag Italië’ en dan rijden we de poort uit, oke?” De discussie over de ‘paarse hoes’ gaat achterin onverminderd door.
Uren film kijken
“Dag zwembad, dag vakantie”, zegt oudste dochter monotoon, zonder achterom te kijken. “Zo. Mag ik dan nu mijn Ipad?” Ik geef haar een apparaat en koptelefoon. Die horen we de komende twaalf uur niet meer. Zij vindt zo’n terugreis heerlijk: zonder regels en andere verplichtingen uren achter elkaar filmpjes kijken. Hoe lekker kan het leven zijn.
Vroeger hadden wij niet eens I-pads
De jongste twee daarentegen hebben nu al ruzie. “Weet je wel dat wij vroeger helemaal geen I-pads hadden”, zeg ik. “Jullie kunnen kiezen uit tientallen films, dus wees blij met wat je krijgt”. Man is z’n geduld al kwijt en schreeuwt naar de achterbank: “Kappen nu met dat gezeur, ik rijd en ik wil rust”. Pas na de afspraak dat we om de anderhalf uur van I-pad wisselen, wordt het weer rustig achterin. Ik maak me echter geen illusies. Zometeen begint de misselijkheid, wil iedereen wat eten, een nintendo, wat drinken en vooral klagen over een vervelende broer of zus die ‘over de grens’ irritant zit te doen. Ik zet m’n voeten op het dashboard, dat zit nog het beste. Nog maar elf uur te gaan.
Later doe ik het anders..
Ik moet opeens denken aan m’n moeder. Die zat ook altijd met haar benen omhoog te moederen en te scheidsrechteren in de auto naar Frankrijk. Toen nam ik me voor het later heel anders te doen. Als ik daarom tegen man zeg, dat ik straks ook graag een stukje rijd, zegt ie: “Sorry ik heb echt geen geduld voor die bijrijdersrol, ik blijf achter het stuur”. Oudste dochter grinnikt: “Tja mam, het lot van een moeder. Als je maar weet dat ik later altijd ga vliegen.”