‘Kijk hoe knap? Zelfstandig he!’ Mijn driejarige dochter gooit haar pakje drinken om en pakt uit zichzelf een schone handdoek om een paar keer in de plas van appelsap te wrijven op de grond terwijl ze prevelt ‘kan gebeuren, geef niks’.
Mijn zus fronst haar wenkbrauwen. ‘Hier krijgen mijn kinderen voor op hun donder zal ik je vertellen …’
Ik kijk verbaasd. ‘Waarom??’
‘Omdat je de vloer niet dweilt met een schone handdoek maar met een dweil of een vaatdoekje!’
Dochter gooit de handdoek ondertussen als een prop op het aanrecht. ‘Goed opgeruimd moppie!’ roep ik haar nog na.
Een van de redenen dat mijn kinderen zo weinig doen in het huishouden, is deze manier van opvoeden. Ik ben met de geringste hulp al blij en stel geen enkele eis. Breng je één keer je bordje naar het aanrecht op je tiende? Mama overlaadt je met complimenten. Iets is beter dan niets, is altijd mijn devies. Het nadeel hiervan is, dat ze niet zoveel doen in huis. Het voordeel is dat áls ze wat doen, ze het nooit met tegenzin doen. Want als je mij helpt, is het altijd goed.
Who needs a zakdoek if you can have a joggingbroek?
Nu ze ouder worden, begint het alleen wat meer op te vallen dat mijn kinderen nooit echt hebben geleerd hoe ze moeten helpen. Ik vind persoonlijk dat je prima de vloer met een handdoek of een theedoek kunt dweilen. Ik ben tegen dingen die gekoppeld zijn aan iets. Je moet het jezelf zo makkelijk mogelijk maken, het huishouden is al kut genoeg. Als je iets opdweilt met een vaatdoek moet je drie keer lopen. Met een handdoek, of nog beter met een badhanddoek, ben je veel sneller klaar. Als je je neus moet snuiten en je bent bezig met de was, ga je geen zakdoek beneden zitten ophalen maar snuit je in je zoons joggingbroek. Die gaat toch net in de was. Als je even snel iets moet opzuigen, pak je de kruimeldief en niet die hele stofzuiger uit de trapkast. Dat je dan vervolgens steeds meer vuil ziet liggen en de hele kamer met de kruimeldief doet, is wat minder efficiënt maar dat kan gebeuren.
'Kan gebeuren'
De uitdrukking ‘kan gebeuren’ vind ik dan weer wel een serieus probleem. Die gebruikte ik toen mijn kinderen klein waren om ze gerust te stellen. Al snel begonnen ze die zelf te gebruiken voor allerhande ongelukjes. Tot op de dag van vandaag.
‘Kan gebeuren’ zei mijn dochter (13) toen haar hele witte dekbed onder de inkt zat.
‘Kan gebeuren’ doet zoon (12) als ik boterhammen van vier weken geleden in een trommel op zijn kamer vind.
De appel valt niet ver van de boom
Vorige liep ik de slaapkamer in van jongste dochter (8) die op een stoel voor haar raam stond. In haar hand een wattenschijfje. ‘Wat doe je?’ vroeg ik.
‘Ik lap het raam,’ zei ze trots. “Iemand” heeft er net tegenaan geniest en ik maak het even schoon.
‘Met een watje?’ vroeg ik.
‘Ja, die lag hier nog van toen ik m’n nagellak er gisteren af ging halen. ‘Slim he?’
Prachtig, als je het mooiste van jezelf voortziet gaan in je kinderen.