'Het was wel mooi daar hoor, maar het zat er vol met van die vrouwen met overal tattoos, je weet wel ...' De dames aan tafel knikten allemaal instemmend.
'Ja, gadver, mensen met tattoos…' Ik hield wijselijk mijn mond. De volgende dag om 13.30 uur had ik een afspraak. Met Dylan van Bodycult, een tattooshop.
Toen ik een jaar of 16 was begon mijn tattoo-wens steeds concreter te worden. Maar ja, mijn ouders … Mijn vader had al eens gezegd dat ik dan gelijk op kamers kon gaan, want een dochter met een tattoo kwam er bij hem niet in. Mijn moeder lachte altijd een beetje (‘nou, nou, hij overdrijft hoor!’) maar verkondigde wel dat het echt wel heel erg aso was. En dat dat voor altijd was hè, niet voor even. Dat ik het wel als een soort verminking van mijn lichaam moest zien. Dus deed ik het niet.
Toen ging ik studeren. We droegen allemaal dezelfde vormeloze rugby shirts, een 501 met allstars en hadden allemaal een paardenstaart. We dronken asociale hoeveelheden bier en rookten ons een ongeluk en soms werd er flink geblowd. Je haren blonderen, ja, dat kon. Midden in de nacht keihard zingend over straat, het kon allemaal. Maar je liet je niet tatoeëren, stel je voor zeg. Dat was voor aso’s. En ook toen deed ik het dus niet.
Doe voor mij maar een ingekleurde zeemeermin
Ik wilde niet zo’n hele rug vol hoor, al was ik verliefd geworden op de rug van dat franse meisje op de camping die hele mooie vleugels op haar schouders had staan. Gekleurde. Zelf dacht ik aan een tattoo op mijn bovenarm, of op mijn ribben of enkel. Die lichaamsdelen zagen er toen bij mij allemaal nog best bevallig en strak uit. Ik stapte af en toe een tattoo shop binnen, bladerde door de foto-voorbeeldboeken daar en zwijmelde weg bij keltische tekens, pakkende onliners in Arial lettertype op de armen, sleeves en ingekleurde zeemeerminnen. Maar ik deed het niet.
Ik kreeg vaste verkering met de vriend. En steeds als ik opperde dat ik wel misschien, ooit, als ik durfde ... dan serveerde hij me keihard af. ‘Doe normaal, ik vind het walgelijk. Ik zou er echt op afknappen’. Dus ik deed het niet. We kregen twee kinderen. Mijn buik was daarna een no go area voor een plaatje er op, evenals mijn kuiten, mijn bovenarmen en mijn ribben (waar zaten die ook al weer vroeger?). Ik ging op ontdekkingstocht op Pinterest en verlegde mijn wensen. Ik zag mensen met een mini tattoo (tiny tattoo, google maar eens) in hun nek, op de zijkant van hun pols (Wendy van Dijk) of in de lies.
Pubers met rollende ogen
En toen was daar die keurige mevrouw, een paar maanden geleden. Ze zat tegenover me in de Starbucks en ze dronk koffie met haar dochter (mijn leeftijd). Wat zag ik daar? Onder de manchet van haar keurig gestreken blouse piepte een klein hartje uit. Ik staarde naar haar arm. Ze keek me vragend aan. ‘Wat is dat op uw pols?' vroeg ik. ‘Ja, een tattoo’, giechelde ze. ‘Ik wil er elke dag aan denken dat ik mijn hart moet volgen. Ik zit altijd zoveel in mijn hoofd, terwijl mijn hart veel slimmer is en me eigenlijk veel verder brengt. En ik wilde het mijn hele leven al. Ik heb ‘m nog maar zes maanden … ik ben 62.’ Vertederd streek ze over haar hartje. Haar dochter rolde met haar ogen. Die vond het maar niks. Ik wel. Ik dronk mijn koffie op, liep rechtstreeks naar de tattoo shop en maakte een afspraak voor de dag erna.
"Hoe lang blijft ie zitten schat?"
In tien minuten stond het hartje op mijn linkerpols. Het deed een beetje pijn, maar het was een lekkere pijn omdat ik me stoer, cool en onafhankelijk voelde. Vol trots kwam ik thuis. Mijn dochters, die hun traditionele inborst absoluut van hun vader hebben, zeiden alleen maar: 'Iiiieuuw, mam!'. De vriend zei: ‘Hmmm. Ben je er blij mee?' en mijn moeder, die ik een foto stuurde, appte me: ‘Prachtig lieverd, hoe lang blijft ie zitten?’.
Die avond belde mijn vader, hij had het afschuwelijke bericht via mijn moeder vernomen (ik durfde niet rechtstreeks. Had ik al verteld dat ik 42 ben?). Hij had even voor me gezocht maar het is tegenwoordig heel makkelijk weg te halen hoor. En anders doe je gewoon een horloge om, dan ziet niemand het. Mijn schoonmoeder had ook wel een mening: ‘Als je het hier bij laat is het wel prima.’ Ik zelf vind het prachtig. Ik kijk er steeds naar. En ik ben nog altijd dezelfde, maar dan met een extra hart.
Na de vakantie ga ik weer even naar de shop. Gewoon even bladeren in dat boek. Ik had ook nog wat kleine leuke vogeltjes gezien.