'Kutverhalen zijn hier niet de bedoeling zuster'

Na m’n derde kind had ik me een ding voorgenomen: geen eendenbekken meer aan m’n lijf. Helaas was ik even dat bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vergeten waar je om de vijf jaar toch weer voor moet ‘spreiden’. Vorige week was het weer zover. Op de dag van het onderzoekje arriveerde ik bij een onberispelijke kliniek. Daar had m’n huisarts dit klusje aan uitbesteed.

'Moet ik perse kijken?'

‘Hoe voelt u zich? Het valt allemaal reuze mee hoor, gaat u lekker zitten dan nemen we eerst even wat dingen door’ begon de zuster. Naast haar stond een keurige dame met gekapt haar. Ze hadden beiden ook heel goed gepast in zo’n blauw KLM pakje met een trolley in het gangpad van de businessclass. ‘Eerst sluiten we u aan op de echo, dan kunt u meekijken op het scherm naar de baarmoedermond.’ Begon de eerste stewardess. De tweede stewardess knikte bevestigend. Kennelijk waren er patiënten die de eerste stewardess niet direct geloofden. ‘Een echo?’ mompelde ik. Het leek verdikke wel of ik een vierde baby verwachtte.

'De dokter wil ook nog even'

Na een minuut of vijf, konden we gezellig met z’n drieën naar m’n baarmoedermond staren op het scherm. De tweede stewardess, met het keurige gekapte haar, had nog een nieuwtje voor me: ‘We hebben ‘m mooi in beeld maar we wachten nog even op de dokter, die wil het ook graag even zien.’ Je snapt dat ik m’n geluk niet op kon: nog iemand die even wilde meekijken.

Kutkind

Het wachten werd steeds ongemakkelijker. Inmiddels hadden we alle drie al iets over het grote roze ding op het scherm gezegd. Er viel verder niet zo veel meer te zeggen. Ik probeerde angstvallig het scherm te mijden. ‘Goh nou, m’n kinderen hadden het deze week nog over de bevalling’ zei ik, om de sfeer wat luchtiger te maken. Ze zeiden dat het zo vreselijk zielig is voor een baby; dat z’n hoofd geplet wordt als ie uit de moeder komt. Dat dat vast heel pijnlijk is. ‘Hallo zeg!’ zei ik toen tegen m’n kinderen: ‘voor de moeder is dat nog wel wat pijnlijker he!’

De stewardessen glimlachten professioneel. Ik kon niet goed peilen of ze het echt interessant vonden, die anekdote van mij. Maar het was tenminste niet meer stil. En toen maakte de tweede stewardess een vergissing. Aangespoord door mijn verhaal ging ze ook een persoonlijke anekdote vertellen. Daarbij viel ze helemaal uit haar onberispelijke stewardessen rol die zo goed bij de kliniek paste. ‘Nou ik heb ook zo’n verhaal’ tetterde ze ‘Mijn zoontje zegt altijd als ik hem kutkind noem (!): “dat kan helemaal niet mama want ik ben via een keizersnede geboren en niet uit jouw kut!’ Ze bulderde van ’t lachen. In de deuropening stond de dokter met een grote frons op zijn gezicht. Een pijnlijke stilte volgde waarin alleen ik grinnikte.

‘Laten we maar beginnen met het onderzoek’ zei de dokter en wierp de stewardess met het kutverhaal een vernietigende blik toe. De eerste stewardess keek als een bang vogeltje. Kutverhalen zijn hier niet de bedoeling. Dat was wel duidelijk.