Daar liggen we dan, op het strand in bikini in de zon. Op sapvasten-energie-vakantie in Portugal. Wat had ik veel zin in een weekje helemaal voor mezelf. Kinderen thuis, geen puber die de hele dag op haar telefoon zit om me heen. Gewoon lekker relaxen, beetje sporten, echte gesprekken voeren en bijkomen.
‘Ping’. Daar heb je dat geluid weer. M'n puber was toch thuis? Ping... Ik doe m'n ogen open. Terwijl ik lig te bakken, zit Caro (40) met een smile van oor tot oor te appen. 'Wat zegt ie?' Informeer ik, 'Oh nou ja hihi hij is gewoon zo grappig!'
Stiekem Facetimen...OMG
Al d'r zinnen beginnen deze vakantie standaard met: 'Had ik al verteld dat hij ook heel knap is? Of mag ik nog één ding over hem zeggen? Daarna houd ik erover op en gaan we het over jou hebben, maar hij....'
Gisteravond werd ik wakker van een hoop gefluister en gegiechel. Zat ze in de badkamer op de badrand stiekem te Facetimen.
Ze is verliefd
Ze is verliefd. Heeft het zwaar te pakken. Misschien had ik verwacht dat verliefd op je 40ste iets anders zou gaan dan vroeger in de puberteit. Maar niets is minder waar. Ze is gewoon weer een meisje: giechelt, straalt en krijgt er geen genoeg van. ‘Nu ophangen? Okay: jij eerst, nee jij, ah nee jij, tegelijk dan maar? 1, 2, 3.... Ah neeeee nog één kusje...’
Ik kijk ernaar met gemengde gevoelens: het is wel schattig. Hij lijkt heel leuk, stuurt grappige apps en zij is heel blij. Maar een zweterig T-shirt met zijn geur mee in bed? Moet dat echt????
Aan het einde van onze sapweek, lopen we samen bruin, slank en fris door Schiphol. Caro is niet meer te houden: ‘Oh ik hoop zo dat ie er staat. Ik heb echt zin om hem te zien... M’n schatje’.
Ik heb gewoon wat met hem te doen. Het is midden in de nacht. Is die prille liefde werkelijk op dit uur op Schiphol om haar op te halen?
'Ik hoop niet dat ie ranzig is...'
‘Zou die schoon zijn’, vraagt Caro, ‘daar heb ik wel om gevraagd’. Ik kijk haar wat bevreemd aan: ‘Moet je hem daarom vragen??’ Dit beeld past niet helemaal bij de man uit de vele apps. ‘Ik mag het hopen voor je’, zeg ik. ‘Ach ja’ zegt Caro, ‘ik heb ervoor betaald, dus het zou gek zijn als ie nog steeds zo ranzig is’.
De prille liefde wordt opeens van een wel heel andere kant belicht. Ik wil nog wat vragen, maar Caro hangt al weer aan de telefoon. 'Hij is er' zegt ze stralend. Met de koffers in de hand huppelt ze door de douane. ‘Echt waar?’ Zeg ik nog steeds verbaasd. ‘Ja’ zegt ze: ‘ik zou jou toch ook afzetten. Ik sprak ze net: die valetparking organisatie. M'n BMW staat klaar bij vertrekhal 2’.
En ik maar denken dat ze nog slechts oog had voor één liefde.