Ik geloofde nog tot mijn negende in Sinterklaas. Nu ik zelf kinderen heb in die leeftijd, weet ik pas dat dat rijkelijk laat is. Maar vroeger was alles wat later, dan haalde je ook je zwemdiploma pas met 9. Nu zit je met 4 al op een snelcursus en heb je op je 7e diploma A, B, C en certificaat 1. Op z’n minst.
Helaas heb ik nog maar één ‘gelover’ thuis. En ik ben als de dood dat die niet meer gelooft. Ik vind het zo veel leuker, kinderen die nog geloven. Ze zijn zo snoezig in hun vragen en ongegeneerd in hun hebzucht. Je ouders durf je niet die dure Furbie te vragen, aan Sinterklaas, met z’n bodemloze speelgoed depot in Spanje, vraag je rustig voor honderden euro’s aan Playmobil.
Wanneer vertel je 'het grote geheim'?
Over een paar jaar krijgen we het grote dilemma: wanneer vertellen we 'het geheim'? Sommige kinderen vinden het cool om het te weten, anderen vreselijk. Dus het moet niet te vroeg en niet te laat. Mijn ex en ik kunnen het nog één keer goed doen. Bij nummer drie (6 jaar). Bij de oudste (11) en de middelste (9) zijn we grandioos de mist in gegaan…
Toen de middelste 6 was, besloot zijn vader zo van de een op de andere dag, dat de tijd gekomen was. ‘Luister eens jongen,’ zei hij, ‘Sinterklaas bestaat niet.’ In zak en as was zoon. De volgende twee Sinterklaas feesten vroeg 'ie me al na de zomervakantie of we konden doen ‘dat hij niks wist’. ‘Hij weet het toch?’ zei zijn vader niet begrijpend. ‘Nee, maar we doen alsof hij het nog niet weet’, legde ik dan uit. ‘Jaja. Is dat weer Twents ofzo?’ vroeg 'ie dan nog, maar deed er maar schoorvoetend aan mee.
En dan stond zoon op 5 december weer gewoon bij de voordeur uit te kijken naar de brengers van de zak met cadeaus. ‘Volgens mij zag ik een Piet!! Kom jongens, ik zag ‘m!!’ en dan rende hij op zijn sokjes de straten door. Dan was hij zelf echt even vergeten dat hij niet meer geloofde. Zo groot was de wens om nog te geloven.
Oudste dochter was 8 toen we haar het nieuws brachten. Dat verliep heel anders dan wij verwacht hadden. Of dan we in de boekjes gelezen hadden. Ons kind werd woedend.
'Dus het is allemaal een groot leugen????'
Bijna niemand in haar klas geloofde nog en aangezien ze een groot eergevoel heeft, besloten we dat het moment daar was voor ‘het geheim’:
‘Omdat je nu zo groot bent, gaan papa en mama je een groot geheim vertellen: Sinterklaas bestaat niet.’
Stilte.
‘Hoezo, bestaat niet? Als in: dood?’
‘Nee lieverd, niet dood, heel vroeger bestond 'ie wel, maar jij hebt ‘m nooit gekend. De Sinterklaas die jij ziet, zijn verklede grote mensen. De papa en mama’s (hierbij keken we verwachtingsvol want nu zou het tot haar doordringen hoe lief en gul wij waren in plaats van de Sint) kopen de cadeaus.’
Opnieuw een stilte.
‘Dus het is allemaal een leugen???’ En er klimmen ook geen Pieten door de schoorsteen? Wie weten hier allemaal van? Alle grote mensen? Jullie doen hier allemaal aan mee? Mama, jij wist dit ook al die tijd en dan liet je mij zingen?! Ik dacht dat jij altijd zei dat eerlijk zijn zo belangrijk was? Nou, lekker eerlijk noem je dit, lekker eerlijk. En dat ze aankomen met die boot en het Sinterklaasjournaal, dat is dus een toneelstuk van grote mensen? En alle mensen die dan zwaaien, die zwaaien naar nep Pieten en een nep Sinterklaas en iedereen weet dat behalve de kinderen? Jullie zijn echt ziek.’
Goed. Dus het is wel belangrijk om én niet te vroeg, maar ook niet te laat het nieuws te vertellen. Ik heb nog één kans.