Onze eerste schoonmaakster kwam uit Ghana. We hadden een huis zonder Nutella en viltstift vlekken op de muur en als je over de vloer liep, plakte je voeten zelden vast. We hadden nog geen kinderen dus. Eigenlijk was er daarom voor Joyce uit Ghana niet zo gek veel te doen. Maar omdat ik een huisvrouw van niets ben en ex een huisman van niets was, moest toch iemand af en toe de badkamer schoonmaken.
Wat ik altijd een beetje lastig vond, was als Joyce kwam poetsen als ik een vrije dag had. Ik loop op een vrije dag, net als kleine kinderen, het liefst zo lang mogelijk in een pyjama of badjas rond. Dat voelt toch wat ongemakkelijk als iemand anders ondertussen keihard zit te schrobben. Nouja keihard. Joyce deed d’r best, laten we het zo zeggen. Wij hadden altijd schoonmaaksters die elders werden ontslagen. Kennelijk zijn wij niet zo kritisch op dat gebied. Mijn criterium is altijd: doet ze in dezelfde tijd of bij voorkeur sneller net zo veel als ik zelf en dan net zo schoon of bij voorkeur schoner? Ja? Aangenomen! Nou heb ik zelf nooit een compliment gehad over m’n poets talent dus waarschijnlijk neem ik door deze methode hele middelmatige schoonmaaksters aan.
Vroeger hadden vrouwen nog een ander probleem. Dan was een vies huis hebben nog iets om je voor te schamen. Ik herinner me nog van m’n moeder dat ze het altijd had over wie van haar vriendinnen er viespeuken waren. Ik zou het tegenovergestelde lastiger vinden. Een schoon toilet is in mijn vriendenkring een zeldzaamheid, iets wat alleen kan voorkomen op de dag dat de werkster net weg is. Enfin, vroeger was dit echt iets gênants en zo’n schoonmaakster had de macht, want die lulde vieze huizen door. Dus gingen die vrouwen hun huis zitten poetsen van te voren. Want je wilde niet voor het woord hebben dat Mien jouw huis elders een zwijnenstal noemde.
Onze tweede schoonmaakster was Samira. Geboren in Marokko. Samira kwam steevast met haar man Mo. Een hele lieve man. Samira werkte altijd op m’n schuldgevoel. Dan keek ze naar de drie sporttassen van ex-man en zei tegen mij: ‘Mooie tas. Ik zou ook wel tas willen, voor sport van kienderen. Maar wij geen geld. Jij drie tas he?’ en dan zei ik s avonds tegen ex: ‘Je moet niet direct boos worden maar het zou kunnen dat ik je een van je sporttassen aan Samira heb gegeven.’ Meestal reageerde die dan eerst nog redelijk coulant: ‘dat is niet erg, ik heb toch net die mooie nieuwe van canvas gekregen.’ Maar Samira ging niet voor ouwe meuk. ‘eh schatje? Het zou heel misschien kunnen dat Samira die nou net heeft gekozen vanmiddag…’ Ex was dan woedend. En terecht.
Na een jaar, toen Samira zo’n beetje de halve garderobe van ex buit had gemaakt, stapte ze over naar niet-materiele zaken. En dat ging mij zelfs wat te ver. Toen ik zwanger was van onze derde en Samira en Mohammed al een half jaar met acupunctuuur en kruidenthee sessies in de weer waren omdat hun tweede kind maar niet kwam, zei ik tegen ex: ‘Ik kan het me verbeelden maar toen Samira vanmiddag zei: ‘jij twee kinderen, ik maar 1 kind’ kreeg ik toch een beetje het idee dat Samira eigenlijk vindt dat we de baby straks aan hen moeten afstaan.
En nu, jaren later, is er Fatma. Fatma is nogal kritisch en knorrig. Ze maakt het huis schoon met de Franse slag. En dat zelfs ik dat waarneem, zegt iets over hoe Frans. Maar ik kijk wel uit om er iets van te zeggen. Liever een vies huis dan een woedende Fatma. De alledaagse Fatma doet al chagrijnig genoeg tegen me. Soms komt ze op m’n thuiswerkdag. ‘Ik graag thee’ zegt ze dan met zo’n lijdzaam ‘ik krijg hier ook nooit wat’ gezicht terwijl ik haar een half uur daarvoor nog een kopje thee heb aangeboden waarop zij had geantwoord: ‘nee ik eerst werken, jij altijd zitten, ik altijd werken’. Fatma is nogal van de specifieke materialen. Ze werkt als met een bepaald soort swiffer (‘bij Blokker, volgende keer moet zijn’) een of andere groene zeep van de Wibra (‘jij Daiz halen, heel goedkoop, anders alles blijf vies’) een Dyser zakloze stofzuiger (‘deze niet goed, ik heb Dyser nodig, jij nieuwe kopen’), en doekjes van de Action (‘deez doekjes weg, nieuwe van Action’).
Blijft toch eigenaardig dat je op je 40e, moeder van drie kinderen en een serieuze baan, nog altijd de bitch van je werkster bent. Misschien dat hier speciale assertiviteitscursussen voor bestaan? Ik zal zo eens googlen. Eerst maar even naar de Action voor die speciale doekjes.