De aanslagen in Brussel
We hebben het er natuurlijk wel over gehad aan tafel. Over IS en de aanslagen in Europa. Al wil oudste dochter er helemaal niets over horen. Zij wil sinds Brussel verhuizen naar IJsland. Liever koud dan dood, is haar motto. Zoon wil de grenzen dichtgooien voor iedereen die ooit in Syrië is geweest. Het maakt hem niet uit dat daar ook normale mensen tussen zitten. 'Hier zijn normale mensen ook de pineut', zegt ie.
Ik wil zo graag een redelijke oplossing
Ik zelf wil dolgraag met een redelijke oplossing komen. Maar ik heb geen idee. Ik switch tussen keihard aanpakken, en de meer preventieve aanpak: zorgen dat niemand zich aansluit bij zo’n barbaars zelfmoordcommando. Ik vertel mijn kinderen dat ook ik bang ben. Heel bang. Maar dat ik ook denk dat terroristen graag willen dat je bang wordt. En dat ik sowieso niet wil dat die gekken winnen. En dat ik dus geloof dat je je niet moet laten wegjagen door je angst.
Dan zitten we daar in een Iglo
“Dan zitten we daar in IJsland in een Iglo, helemaal alleen. Zonder vriendinnen en familie. Fijn he, dat hier geen terroristen zijn. Alleen wel jammer dat er verder ook niemand is, zeggen we dan”. Dochter lacht. Een beetje. Zoon denkt na: “Ik was bijna niet naar de voetbalwedstrijd in de Arena gegaan omdat ik te bang was voor een aanslag”, zegt hij. “Precies”, zeg ik. “Dat had je achteraf toch niet willen missen?” “Nee! Het Nederlands elftal is mega cool”, zegt ie stoer. “Dus concludeer ik. “Het is belangrijk, ondanks de dreiging, juist wél leuke dingen te doen, met leuke mensen. We moeten kiezen voor de liefde, al is het eng”.
Drie liefdesbriefjes
Dat hoef ik zoon geen twee keer te vertellen. De dag erna komt hij uit school met drie liefdesbriefjes. Op de ene staat: ik vind je heel leuk, maar als je mij niet leuk vindt is dat niet zo erg. Op het tweede briefje: ik vind je lief, wil je verkering? En op de laatste: ik vind je knap en lief, xx.
Casanova moet aan het werk
Tijdens de overblijf bemoeit de hele klas zich met zoons amoureuze luxeprobleem. De jongens staan om hen heen en geven hun oordeel over alle chickies. De meisjes staan giechelend bij het klimrek. Je hebt opstokers die heen en weer lopen en ‘zoenen, zoenen’ roepen. En je hebt vooral een hoop gedoe en gegiechel in groep 6. Mogelijke verkering is, ook op je tiende, funest voor de concentratie. Zelfs juf bemoeit zich uiteindelijk met de liefdesperikelen. Casanova moet kiezen en daarna moet iedereen eindelijk aan het werk.
Leve de liefde...
Het eerste meisje valt af; die wil niet graag genoeg. Hard to get werkt nog niet in groep zes. De andere twee verliefden krijgen een score. De één is volgens zoon een negen, de ander een tien. En nu heeft zoon dus verkering, met de tien. Z’n kersverse vriendinnetje is helemaal gelukkig. Maar de negen intens verdrietig. Ze snikt de rest van de dag in de klas. “Goed advies mam”, zegt zoon thuis. “Kies ik voor de liefde… is er weer een dag verdriet”.