Laatst was ik met een groep vriendinnen in het Stedelijk Museum in Amsterdam. En het viel mij op dat daar iets geks met iedereen gebeurde: bij de eerste stap over de drempel van het museum, wordt iedereen opeens serieus. Sommigen kijken minutenlang naar een stuk. Grappen worden er vrijwel niet meer gemaakt. Kennelijk is het een stille, serieuze aangelegenheid, die kunst.
Ikzelf ervaar altijd iets van druk in een museum.
Zo ook deze keer. Alsof je niet serieus genomen wordt als je geen gefundeerde mening over de stukken hebt. Kijk: een cultuurbarbaar snapt kunst niet. En ik ben natuurlijk geen achterlijke cultuurbarbaar. Ik ben hoog opgeleid, sta open voor nieuwe dingen, ik heb zelfs ooit een museumjaarkaart aangeschaft en dus moet ik er wat mee; met die foto's, schilderijen en bouwwerken..
Ik sta dan voor zo'n foto te kijken terwijl zich in m'n hoofd het volgende afspeelt: 'tja, wat vind ik hier eigenlijk van? Wel leuk geloof ik. Wel mooi. 'K zou het niet in m'n kamer hangen. Maar ja, dat hoeft ook niet en dan kan het toch wel mooi zijn. Wat staat die vriendin daar lang naar die andere foto te loeren. Ja dat hoort natuurlijk zo. Misschien moet ik ook nog maar even blijven staan. Zou ik er meer in moeten zien dan 'wel mooi'?? Waarschijnlijk wel, anders hangt deze foto niet zo groot in het Stedelijk. Nou ja, ik heb geen idee. Ik ga toch naar de volgende'.
Het hoogtepunt van ons bezoek was het kunstwerk The Beanery. Dat is een nagebouwde kroeg, waar de mensen geen hoofd hebben maar een klok als gezicht. Het bijzondere eraan is dat er maar één persoon tegelijk naar binnen mag. Dat betekent dus meestal dat er een rij voor staat. Wij stonden ook in de rij. En tja, in zo'n rij heb je niet veel te doen. En dus keek ik geïnteresseerd naar 'hoe' iedereen weer uit de kunst-kroeg naar buiten kwam. De één zei: 'Wat bijzonder. Ja, heel uniek wat je beleeft in die kroeg'. De volgende keek een beetje schuchter om zich heen of iemand het zag en hield z'n nadenkende en bewonderende gezicht angstvallig op. Een ander kwam min of meer laconiek en ongenaakbaar naar buiten, maar stak nog wel z'n duim omhoog naar de rij. Kortom: iedereen laat op een of andere manier wel even merken dat het heel wat is.
Toen moest ik. Ik dacht: 'okay, ik moet er dus wat van vinden. Wat vind ik ervan? Mmm. Ik vind het oud, bruin. Die klokken als hoofd vooral angstaanjagend. Is dit het top stuk van het museum? Ik snap het niet. Bah. Snap ik het alweer niet; waarom komt iedereen zo lyrisch naar buiten?' Toen ik vrij snel (want er stond een lange rij) naar buiten kwam vroeg vriendin: 'en wat vond je ervan?'
'Weet je', antwoordde ik: 'ik snap het gewoon niet. Ik vind het idee erachter wel leuk: dat de tijd stilstaat in een kroeg. Dat snap ik dan wel weer. Maar verder vond ik er niet zo veel van als ik eerlijk ben, vond het vooral ongemakkelijk'. Vriendin schoot in de lach: 'Hahaha dat had ik ook'.
En zo blijft volgens mij zoiets in stand: het nieuwe kleren van de keizer principe. Kijk dat vind ik dan weer interessante kunst: de kunst van vrouwen om zich zoveel bezig te houden met wat we horen te denken. Mooi toch, die vrouwen.