‘Mam er wordt gevochten bij het zwembad!!!’ zoon (11) komt naar beneden rennen met mijn telefoon in zijn hand. ‘Door wie?’ roep ik, ‘wie valt ons aan? Geel?’‘Geen idee, ik zie alleen wolken boven de Gym, kom op mam, erop af!’Terwijl ik m’n jas aantrek voel ik een gloed van trots: de Leider vraagt mij mee naar dit spektakel, dat is niet gering.
Het begon allemaal voor de zomervakantie. Hoewel de hele wereld al maanden druk bezig was met Pokémon Go, had deze rage mijn kinderen nog niet bereikt. Maar door de vele krantenberichten over Pokémon spelende dwazen op snelwegen en in sloten, was ik zelf eigenlijk wel nieuwsgierig geworden en installeerde het met zoon op mijn telefoon. Die avond zei zoon voor het slapen gaan: ‘Weet je zeker dat het een goed idee is mam, dat jij die app nu hebt gedownload? Je weet hoe het is afgelopen met Dragon Story. Toen raakte je totaal geobsedeerd en heb je uiteindelijk voor 35,- aan drakeneieren gekocht omdat je een diamanten draak wilde kweken. ‘Ja,’ zeg ik schuldbewust, ‘maar deze keer geef ik jou de leiding en dan kun jij een beetje een oogje in het zeil houden zodat ik niet doorsla.’ Zoon knikt geruststellend, hij neemt deze verantwoordelijke taak graag op zich.
Pokémons bij de printer
Vanaf dat moment is zoon de Leider, ik zijn assistent en jongste (8) ons hulpje. ‘Want die doet maar wat’ aldus zoon. En dat vind ik ook. De Leider geeft ons namelijk duidelijke taken (ballen vangen bij Pokéstops en Pokémons vangen) en jongste gaat desondanks tijdens het vangen gewoon op wat knopjes zitten drukken. Dat is niet de bedoeling. Sindsdien vang ik Pokémons zodra ik de kans krijg: in de trein, tijdens het hardlopen, op de fiets en zelfs op m'n werk. Bij de printer op de 1e verdieping sta ik precies dicht genoeg bij het raam om de Pokéstop te bereiken en kan ik theoretisch iedere 6 minuten ballen vangen. Ik print me tegenwoordig dus helemaal gek.
Hoogmoed komt voor de val
In m'n enthousiasme werd ik op een gegeven moment helaas wat overmoedig. Tijdens het hardlopen, zag ik dat de Gym (dat zijn soort Pokémon clubhuizen die je kunt veroveren op een ander team) bij ons huis was ingenomen door team Blauw. Wij zijn Rood. ‘Zal ik …?’ dacht ik opeens. Op zich hoort het veroveren van Gyms niet tot mijn takenpakket, ik mag alleen ballen en Pokémons vangen. Maar hoe moeilijk kan het nou zijn om zo’n Gym aan te vallen, dacht ik. Sterker nog, zoon zal vast trots zijn als hij uit school komt. Die middag kwam zoon uit school en checkte direct de stand van zaken in onze Pokémon wereld. ‘Nog hardgelopen mam? En Pokémons gevangen onderweg?’ ‘Nee maar wel iets anders gedaan ….’ ‘Neeeeee!’ zoon slaakt een oerkreet als werd zijn enige kind gevierendeeld. ‘Wat heb je gedaan?? Een Gym aangevallen met een Pokemon met maar 10 combatpower?? En je hebt … nee dit meen je niet … vuur met water aangevallen, serieus? Are you for real??’ Engels is de voertaal van de Leider als we spreken over Pokémon. Zoon rende naar buiten om te herstellen wat er nog te herstellen viel. In hoeverre dat nog mogelijk was kon ik niet inschatten. Maar dat is nu net precies het verschil tussen mij en de Leider. Een verschil dat ik niet had gerespecteerd.
Vechten met Ans & Bea
Maar dat was juli, nu zou ik zoiets nooit meer doen. Ik weet nu dat je Gyms inneemt met je sterkste Pokémons. Zoon heeft daar een speciaal krachtpatserteam van zes voor geformeerd. Zowel ik als jongste mochten twee Pokémons uit dat team van een naam voorzien. Een mooi gebaar van de Leider. Jongste koos voor Stekeltje en Eendje. Daar vonden wij wel wat van. Ik bedoel, het gaat om een vechtteam, niet om het huisdier van K3. Enfin, we laten het nu maar zo. Die van zoon heten Strontlikker en Mamsie, wat ik wel een beetje een eigenaardige combi vind maar daar zal de Leider wel zo z’n ideeën over hebben. Mijn twee vecht-Pokémons heten Ans Aarsema en Bea Hofman. Gisterochtend veroverende het gouden koppel, Ans en Strontlikker, nog snel even de Gym naast de school. Dat was er eentje die we nog niet eerder hadden aangedaan. Ik parkeerde mijn auto er graag even tien minuten voor in de berm.
Een leider met zorgen.
‘s Avonds zat ik naast de Leider op zijn bed. ‘Mam ik vind het wel een rot idee dat Strontlikker nu helemaal alleen op die Gym staat daar bij school.’ ‘Waarom dan?’ vraag ik verbaasd. Ik bedoel, het zijn tenslotte maar poppetjes in een app, denk ik. ‘Ik weet het niet,’ zegt zoon ernstig, ‘het is zo ver van huis, hij kent die Gym niet en wat nou als die Gym vannacht overgenomen wordt door Blauw? Ik weet wel dat het nergens op slaat maar ik heb er toch een rotgevoel over. Ik bedoel.. ‘ zoon aarzelt even, ‘ik ben gewoon een beetje gehecht geraakt aan Strontlikker.’ ‘Als hij vannacht sneuvelt, ga ik hem morgen, voordat ik ga werken, persoonlijk reviven. Ik beloof het.’ ‘Oke,’ zegt zoon en zucht. Van opluchting of van zorg, ik kan het niet precies inschatten. ‘Slaap lekker ouwe Pokemon trainer!’ ‘Slaap lekker mam!’ Een Leider is ook maar een mens.