Wij gingen vroeger ieder jaar naar Italië. Naar ‘t Gardameer om precies te zijn. Daar bakte m'n moeder de smack en gesealde hamburgers op zo'n butagastoestel, wisselde m'n vader met de buurtjes tips over de route uit en liepen wij over de camping met wasbak en theedoek richting toiletgebouw. Zogenaamd om de afwas te doen. Echte missie was: loeren naar Italianen.
Het begon vaak al bij de douane. Dan keken we schalks uit het raam, op zoek naar de knipoog van zo'n leuk douane knulletje met zonnebril. Lukte altijd, want we waren blond. En blond haar was het enige dat je in Italië nodig had om alle jongens achter je aan te krijgen. Daar kon je prima lelijk of dik bij zijn.
M'n eerste kus was dus uiteraard ook van een Italiaan: Francesco heette de gelukkige. Net als de camping. De betekenis van onze eerste kus was niet hetzelfde voor ons allebei. Hij, doordeweeks kok, lichtte z'n complete familie in over onze "relatie" waarna ik hen allemaal moest ontmoeten. Ik, doordeweeks in 2 vwo, lichtte al m'n vriendinnen in over de "techniek" (gewoon paar keer naar rechts en dan paar keer naar links draaien) en dumpte hem de volgende dag.
Het jaar erna, inmiddels 14, ontmoete ik Fabrizio (20), die niet zo goed was in Engels. Dat zou later een kenmerk van alle Italianen blijken. Maar goed, in t eerste contact liepen Fabri en ik er niet op vast. Zo fluisterde hij af en toe: "you are very nietsje!" in plaats van "nice" en bij het afscheidscadeautje stond: "white love". Hij leek me niet heel uitgesproken racistisch dus het had vast "with love" moeten zijn.
Het derde jaar, als vijftienjarige, bekoelde de liefde voor Italianen enigszins toen Massimo (19) na onze verkering van drie dagen verklaarde: "if you dont want to sleep with me, you dont love me. But my nephew is also 15 and he likes you and he likes kissing. You go with him! Oké?" Ik mokkend naar de caravan van m'n ouders over zo'n grote afwijzing en vernedering. M’n ouders waren apetrots. Moeder zei: "haal je zussen. Zodra het donker is, trek je ongezien alle haringen uit z'n tent, dat zal dat rotjong wel leren!" En zo geschiedde.
En het komt allemaal weer boven nu ik een date heb met een Italiaan. Via internet dating. Hij is grappig, charmant, niet dom en hij zegt Ciao Bella. Net als de douane boy vroeger. Nu vrees ik dat ik, door m'n voorliefde voor ‘t Italiaans en door jeugdsentiment, me net zo ga gedragen als Wanda in 'a fish called Wanda'. Op zich is ‘mijn Italiaan’ al ruim twintig jaar in Nederland waardoor het wat eigenaardig zou zijn als hij uitsluitend in t Italiaans zou spreken. Maar als ie het doet, moet het met van die zwaaiende armen. En dat ie me dan optilt met zo'n roos tussen z'n tanden en z'n handen om m'n gezicht en....Oh god, dit kon wel eens een fantastische date worden...